Onderzoeksvragen

De onderzoeksvragen bestaan uit de hoofdvraag (centrale vraag) en de deelvragen.

Hieronder vind je de masterclass over de perfecte hoofdvraag

Belang van hoofdvraag en deelvragen

De hoofdvraag bedenken

De hoofdvraag vloeit voort uit de aanleiding. Hieronder volgt een methode om te komen tot de hoofdvraag. Let er op dat je eerst vooronderzoek doet, voordat je een hoofdvraag gaat formuleren. Het is namelijk belangrijk om inzicht te hebben in de veelvoorkomende begrippen.

Bekijk onderstaande video om in 5 stappen een hoofdvraag op te stellen.

  1. Lijst met 20-30 vragen bedenken
  2. Vragen groeperen en samenvoegen
  3. Vragen over vakgebied
  4. Eén vragengroep kiezen
  5. Eén vraag van maken

Eisen aan de hoofdvraag

Zodra je een hoofdvraag hebt opgesteld kun je deze evalueren met behulp van de volgende criteria.

  1. Enkele en open vraag – geen koppelwoord (en, of)
  2. Concreet, specifiek en niet te ruim geformuleerd
  3. Kort en bondig geformuleerd
  4. Duidelijke begrippen gebruikt
  5. Geen onbewezen veronderstellingen gebruikt
  6. Betrokkenen / hoofdrolspelers genoemd
  7. Relevant – van belang voor theorie en/of praktijk
  8. Vakgebied – van belang voor de opleiding
  9. Voldoende omvang – voldoende om te onderzoeken
  10. Onderzoekbaar – mogelijk om antwoord te achterhalen

Beantwoord de hoofdvraag alvast een keer.

Wat zou er als antwoord gegeven kunnen worden? Hiermee toets je de hoofdvraag!

Doe dit ook voor je deelvragen.

Deelvragen

De deelvragen ondersteunen de hoofdvraag. De antwoorden op de deelvragen vormen samen het antwoord op de hoofdvraag.

Stel bij voorkeur 4-6 deelvragen op. Enkele tips voor het maken van de deelvragen:

  • De onderwerpen in de deelvragen hebben te maken met / zijn hetzelfde als in de hoofdvraag. Probeer de deelvragen zo consistent mogelijk te maken. Gebruik dezelfde bewoording steeds. Klinkt saai, maar is heel duidelijk!
  • Plaats de deelvragen in een logische volgorde (bijv. van algemeen naar specifiek en literatuurvragen eerst).

Opdrachten

OPDRACHT: Verzin een concept hoofdvraag met behulp van de 5 stappen methode. De hoofdvraag zal later nog aangescherpt kunnen worden, maar het is belangrijk om alvast een concept hoofdvraag te bedenken waarmee je verder kunt werken.

OPDRACHT: Splits de hoofdvraag uit in 4-6 deelvragen. Bekijk het vraagstuk vanuit verschillende belanghebbenden (bijv. jongeren, ouders, therapeuten, concurrenten, etc.).

OPDRACHT: Beantwoord de hoofdvraag en de deelvragen alvast voor jezelf. Wat zou je antwoorden als je het onderzoek al helemaal hebt afgerond? Wat wordt dan het antwoord op de vragen?


Voorbeeld hoofd- en deelvragen

Onderstaand vind je enkele hoofdvragen met deelvragen van studenten die door Frisse Colleges zijn begeleid.

HBO Social work

Hoe kan organisatie X bijdragen aan een stabiel vrijwilligersbestand ten behoeve van sociaal-maatschappelijke projecten in de gemeente X?

  1. Wat hebben vrijwilligers in het algemeen volgens de literatuur nodig om zich te blijven inzetten voor sociaal-maatschappelijke projecten?
  2. Wat zijn de redenen van het verloop in het vrijwilligersbestand van organisatie X in 2019?
  3. Wat hebben vrijwilligers van organisatie X nodig om zich te blijven inzetten voor sociaal-maatschappelijke projecten?
  4. Welke rol speelt leeftijd voor het werk dat vrijwilligers doen voor sociaal-maatschappelijke projecten van organisatie X?

Hoe kan organisatie X het sociale netwerk inzetten bij de behandeling van patiënten met een LVB? 

  1. Wat zijn volgens de literatuur werkzame elementen bij het inzetten van het sociale netwerk bij de behandeling van TBS-patiënten met een LVB?
  2. Wat ervaren behandelaren van organisatie X op dit moment als werkzame elementen bij het inzetten van het sociale netwerk van TBS-patiënten met een LVB?
  3. Welke suggesties hebben behandelaren van organisatie X ten aanzien van de mogelijkheden voor het inzetten van het sociale netwerk van TBS-patiënten met een LVB?
  4. Wat zijn de ervaringen en wensen van TBS-patiënten met een LVB in organisatie X met betrekking tot het sociale netwerk?
  5. Wat zijn binnen andere organisaties werkzame elementen bij het inzetten van het sociale netwerk van TBS-patiënten met een LVB?  
HBO Hotel Management

Op welke wijze kan restaurant X de marketingcommunicatie-activiteiten verbeteren om de zakelijke doelgroep uit de regio X te bereiken, zodat er meer zakelijke gasten worden aangetrokken?”

  1. Wie zijn de bestaande zakelijke gasten van restaurant X en de potentieel interessante zakelijke gasten uit de regio X ten aanzien van een zakelijke bijeenkomst op een externe locatie?
  2. Wat zijn de wensen en behoeften van zakelijke gasten uit de regio X ten aanzien van een zakelijke bijeenkomst op een externe locatie?
  3. Wat zijn de wensen en behoeften van zakelijke gasten uit de regio X voor marketingcommunicatie ten aanzien van een zakelijke bijeenkomst op een externe locatie?
  4. Wat is de waardepropositie van restaurant X voor zakelijke gasten uit de regio X ten aanzien van een zakelijke bijeenkomst op een externe locatie?
  5. Welke marketingcommunicatie zetten restaurant X en haar directe concurrenten in om zakelijke gasten uit de regio X ten aanzien van een zakelijke bijeenkomst op een externe locatie te bereiken?
HBO Pedagogiek

Op welke wijze kan organisatie X de begeleiding van jongeren met een beperking (18-22 jaar) tijdens het leerwerktraject verbeteren, zodat er een betere aansluiting op de reguliere arbeidsmarkt ontstaat?

  1. Welke factoren spelen, volgens de literatuur, een belemmerende rol wanneer jongeren met een beperking toetreden tot de reguliere arbeidsmarkt?
  2. Welke factoren spelen, volgens de literatuur, een bevorderende rol wanneer jongeren met een beperking toetreden tot de reguliere arbeidsmarkt?
  3. Welke belemmerende en bevorderende factoren ten aanzien van het huidige leerwerktraject kunnen de intern begeleiders van organisatie X aangeven?
  4. Welke belemmerende en bevorderende factoren ten aanzien van het huidige leerwerktraject kunnen de externe ketenpartners van organisatie X aangeven?
  5. Welke belemmerende en bevorderende factoren ten aanzien van het huidige leerwerktraject van organisatie X kunnen de werkgevers aangeven?
HBO Communicatie

In hoeverre sluit de gewenste identiteit van de afdeling Communicatie & Strategie van organisatie X aan op de werkelijke identiteit, de fysieke identiteit en het imago?

  1. Wat is de gewenste identiteit van de afdeling Communicatie & Strategie?
  2. Wat is de werkelijke identiteit van de afdeling Communicatie & Strategie en in hoeverre sluit dit aan bij de gewenste identiteit?
  3. Wat is de fysieke identiteit van de afdeling Communicatie & Strategie en in hoeverre sluit dit aan bij de gewenste identiteit?
  4. Wat is het imago van de afdeling Communicatie & Strategie en in hoeverre sluit dit aan bij de gewenste identiteit?

Hoe kan communicatie bijdragen aan het bekendmaken van de mogelijkheid voor herplaatsing via organisatie X aan huisdiereigenaren?

  1. Welke kenmerken hebben huisdiereigenaren en huidige gebruikers van organisatie X?
  2. Wat vinden huisdiereigenaren belangrijk wanneer het gaat om het herplaatsen van hun dier?
  3. In hoeverre is organisatie X bekend onder huisdiereigenaren?
  4. Hoe groot is de groep huisdieren die aangeboden worden voor herplaatsing?
  5. Welke kanalen gebruikten de huidige gebruikers om in aanraking te komen met organisatie X voor herplaatsing?
  6. Welke kanalen gebruiken huisdiereigenaren om in aanraking te komen met manieren om huisdieren te herplaatsen?
  7. Wat zijn andere alternatieven om een huisdier te herplaatsen?

Hoe kan organisatie X door middel van communicatie bijdragen aan het enthousiasmeren van vmbo-scholieren om te kiezen voor een bouwopleiding?

  1. Hoe oriënteren vmbo-scholieren zich op een vervolgopleiding en de arbeidsmarkt?
  2. Wat is het imago van de bouwsector bij de vmbo-scholieren van organisatie X?
  3. Wat waren de overwegingen van de huidige bouwstudenten bij het kiezen voor een bouwopleiding?
  4. Hoe enthousiasmeren scholen vmbo-scholieren voor bouwopleidingen?
HBO Technische bedrijfskunde

Welk Business Model Canvas (A of B) voor het product X heeft de meeste potentie voor organisatie X?

  1. Welk scenario is het meest passend voor de value proposition en de customer segments? (VPC, segments)
  2. Welk scenario is het meest passend voor de customer relationships en channels? (deliver value)
  3. Welk scenario is het meest passend voor de key partners, activities en resources? (create value)
  4. Welk scenario is het meest passend voor de cost structure en revenue streams? (capture value)
  5. Wat is de concurrentiepositie voor ieder scenario?
HBO Rechten

‘Welke juridische aspecten dient advocatenkantoor X te betrekken in zijn advisering aan cliënten met een Turkse en/of Nederlandse nationaliteit die voor of na 1 januari 2018 in het huwelijk zijn getreden, als het gaat om het toepasselijk huwelijksvermogensrecht, rekening houdend met het (nieuwe) materiële Nederlands huwelijksvermogensrecht, het materiële Turks huwelijksvermogensrecht en het Nederlandse internationaal privaatrecht?’

  1. Wat zijn de belangrijkste regels van het IPR als het gaat om cliënten die gaan scheiden en die zowel een band hebben met het Nederlands als het Turks recht?
  2. Welk recht (Turks of Nederlands) is van toepassing op cliënten van kantoor X met een Turks-Nederlandse achtergrond als deze cliënten géén rechtskeuze willen of kunnen maken?
  3. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het (nieuwe) Nederlands huwelijksvermogensrecht en het Turks huwelijksvermogensrecht op het gebied van de omvang en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap?
  4. Welke juridische gevolgen heeft een rechtskeuze voor het Nederlands – dan wel Turks huwelijksvermogensrecht ten aanzien van de juridische aspecten voor cliënten die gaan scheiden?
  5. Welke aspecten uit het huwelijksvermogensrecht speelden een belangrijke rol in de (afgesloten) echtscheidingsdossiers van kantoor X?  
  6. Wat zijn volgens kantoor X en andere advocatenkantoren veelvoorkomende vragen van Turks-Nederlandse cliënten die zij adviseren over echtscheiding?
HBO Financial Services Management

Hoe kan het management van afdeling X de samenwerking met organisatie X zodanig verbeteren zodat de weerstand bij de klantadviseurs wordt gereduceerd?

  1. Welke factoren zijn belangrijk bij weerstand?
  2. Hoe groot is de huidige weerstand onder de klantadviseurs?
  3. Hoe ziet de gewenste samenwerking met organisatie X eruit?
  4. Welke factoren zijn belangrijk om de samenwerking met organisatie X te verbeteren?
  5. Welke stappen kunnen er genomen worden om de samenwerking voor de klantadviseurs te verbeteren?
Onderzoeksvragen